
Een tuinier zoekt graag de grenzen op. Niet zozeer als het aankomt op gevaar, maar wel wanneer het verlangen groeit om steeds meer exotischere producten te telen. In een geschiedenisboek ontdekte ik een plaatje van de eerste kassen in Nederland. In het bijschrift stond dat men omstreeks de 19e eeuw erin slaagde om meloenen onder glas te laten groeien in Nederland. Tegenwoordig staan we er niet bij stil als we een meloen in de supermarkt kopen, ze komen met de vrachtwagen uit Spanje. De eerste welgestelde Nederlanders zullen op hun tour door Europa toch inspiratie opgedaan hebben om ook in ons koude kikkerlandje meloenen te telen. Bij thuiskomst werden dan ook de timmerman en de tuinier aan het werk gezet.

Een meloen is een eenjarige plant, die zowel over de grond als tegen een rek kan groeien. Ze hebben brede bladeren, waaruit je op kunt maken dat ze genoegen nemen met minder licht dan bijvoorbeeld tomaten. Een meloen vraagt veel warmte om goed te kunnen groeien, meer zelfs dan een tomaat of komkommer. Ook heeft een meloen meer vocht nodig. Dit maakt dat ze lastig in dezelfde kas te telen zijn waar ook paprika’s, tomaten en aubergines goed groeien. Meloenen groeien het best op een verhoogd bed, waar een beschermende constructie van hout en glas overheen gebouwd is. Een houten kasje blijft gemiddeld een paar graden warmer dan een aluminium variant. Door te werken met een verhoogde bak warm je de grond snel op.

Helemaal ideaal is het wanneer een mengsel gemaakt kan worden van broeiende mest en verteerde compost. Op deze manier kun je werken met de broeiwarmte die door de bacterieen vrijkomt. Meloenen worden hier heel gelukkig van.
Het zaaien begint eind maart, begin april, gelijktijdig met de courgettes. Om te voorkomen dat de zaden rotten plaats ik ze op hun kant in de zaai-en stekgrond. Na een week zullen de eerste meloenen ontkiemen. Wanneer de eerste vier echte bladeren zich aan de plant laten zien kun je de top eruit knippen. Zo vertakt de plant beter waardoor je meer meloenen krijgt. Het viel mij op dat de vruchten zich pas laat vormen. Wel liet de plant gedurende het jaar veel bloemen zien. Inmiddels weet ik dat het helpt wanneer je de bloemen handmatig bestuift, met een schoon penseeltje. Eerst met een penseel in de mannetjesbloem, daarna in de bloem waaronder zich al een heel klein meloentje gevormd heeft. Als je dit niet doet, zullen veel jonge meloentjes niet tot wasdom komen.

Gedurende het groeiseizoen hebben meloenen veel water en voeding nodig. Ze mogen absoluut niet uitdrogen. Wekelijks een goede slok water met opgeloste voeding (een tomatenvoeding is hiervoor ideaal) is het minimum. Aan het eind van augustus en het begin van september zijn de meloenen rijp, maar pas op, want knaagdieren zijn er dol op en voor je het weet zijn ze je voor en is alle moeite voor niets geweest. Ook bij mij zijn twee meloenen door vraat aangetast. Met pijn in het hart heb ik deze heerlijk ruikende exemplaren op de composthoop gegooid. Een leerpunt voor volgend jaar.

Een tip om meloenen te eten. Een meloen is perfect rijp wanneer de vrucht in staat is om een hele kamer te vullen met een heerlijk zoete geur. Leg de vrucht in de koelkast om het vruchtvlees meer stevigheid te geven en haal ze een half uur voor consumptie weer uit de koelkast opdat ze niet te koud is. Heerlijk met een bolletje ijs en wat frambozen uit de tuin.

